Boekeloër Herman Simmelink is dinsdag 91 jaar geworden. Nog regelmatig stapt hij op de fiets om naar een wedstrijd van zijn voetbalclub te gaan kijken. Simmelink is al ruim tachtig jaar lid van Unisson. Een unicum, vindt zijn zoon Herbert (56).
Herbert Simmelink is scheidsrechter bij de KNVB en fluit standaardelftallen in de derde en vierde klasse. Hij deed navraag bij verschillende clubs, maar stuitte nergens op iemand die al tachtig jaar lid is van een voetbalclub. “Tachtig jaar lid is een unicum.” Herman Simmelink is inmiddels erelid van BSC Unisson, want zo heet de club na de fusie.
Simmelink, geboren in 1926, wordt in 1936 lid van VV Unisson. “BSC bestond nog niet”, zegt hij in zijn woning aan de Beckumerstraat. Op tafel liggen een oude Flits, het clubblad, en een jubileumboek ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan. De foto in de Flits laat Simmelink als trainer zien van het eerste, eind jaren zestig. “De mooiste foto. De meesten leven nog”, klinkt het.
Op zijn tiende begint Simmelink in de jeugd als keeper. “Jonger dan tien mocht niet. Later werd ik voetballer. Ik heb zestien jaar in het eerste gespeeld. Meestal als rechtshalf. Ja, in een 3-2-5 opstelling. Op mijn 32ste ben ik gestopt.” Volgens zijn vrouw was het ‘veel later’, maar Simmelink is niet van zijn visie af te brengen. Hij is als voetballer gestopt op zijn 32ste.
Het echtpaar woont nog zelfstandig. “Ik ben in de oorlog ook nog drie jaar in Indonesië geweest. Ik ben het goed doorgekomen.” Verder heeft hij het liever niet over de oorlog.
Het beste elftal ooit van Unisson is volgens Simmelink dat van 1937. Simmelink is dan net lid. Unisson wordt dat seizoen kampioen in de vierde klasse A, voor De Tubanters, PW, TAR en Lonneker, zo meldt het jubileumboek. De nummer één promoveert echter niet direct. In de promotiewedstrijden stuit Unisson onder meer op Theotorne. “We gingen met vijf bussen naar Theotorne, in Dieren”, weet Simmelink nog. De namen van de spelers weet hij ook nog.
In 1956 haalt Simmelink zelf de krantenkop. Hij schiet zijn club naar de derde klasse. De goal staat nog op zijn netvlies. “Een mooie aanval, met Jopie Schurink. Gerrit Wevers bracht ‘m. Ik kon zo verder en schoot ‘m erin, 3-1.” Tegen welke club de Abe Lenstra van het Oosten scoorde? “Dat weet ik niet meer. Het is zo lang geleden.” Simmelink denkt dat het De Hoven is of Emmeloord, twee tegenstanders in de promotiecompetitie. Ook in ’56 is Unisson de kampioen in 4A, voor Zuid Eschmarke, Losser en Roombeek. ,,Jan de Kok was trainer. Daarna hebben we drie jaar in de derde klasse gevoetbald. Analbers was trainer.”
Bij Unisson is Simmelink ook jeugdtrainer. “Hij was streng”, zegt zoon Herbert. “Hij heeft mij eens weggestuurd. Ik wilde niet luisteren.” Met de pupillen en de B- en de A-jeugd wordt Simmelink kampioen. Met het eerste wordt hij kampioen van de TVB, de Twentse Voetbal Bond.
Maar ook op andere vlakken doet hij veel voor de club. Het uitzetten van fietspuzzeltochten bijvoorbeeld, bustochten organiseren en dansavonden. Simmelink steunt zijn club, zoals hij ook de military steunt. Als vrijwilliger regelt hij 32 jaar het verkeer tijdens het paardenevenement. Bij Unisson zit hij ook in het jeugdbestuur, is hij actief bij het schilderen van de kantine en de kleedkamers en zelfs als er mollen moeten worden gevangen haakt Simmelink niet af. “Ja, hij heeft wel een roodzwart”, zegt Herbert. “Verticaal gestreept.” De ogen van de 91-jarige glinsteren. Of hij nog vaak bij Unisson komt? “Zo nu en dan. Op de fiets. Nee, geen elektrische. Ik ben ouderwets. Ze hebben een prachtig sportpark. Het is dichtbij. Of ik er veel bekenden zie? Niet zo veel meer. Maar een paar oudjes nog wel.” Het eerste elftal van BSC Unisson anno 2017 kan Simmelink wel bekoren. “Met René Belt hebben ze een goede trainer.”
Bron: TC Tubantia 22 april 2017. Tekst: Hans Assink, foto: Frans Nikkels.